texts

OVER AFTER STONES

een tekst van Frits de Coninck, oktober 2019

for English : see below

———————————————————————————————————

LEVEN SCHILDEREN IN EEN STEEN

Schilderen, Cézanne ging er echt voor zitten, elke dag weer en liefst op dezelfde tijd. Zo kreeg hij toegang tot de wereld die hij zag, steeds onder dezelfde omstandigheden. Hij deed wat elke kunstenaar doet die de wereld om ons heen als vertrekpunt kiest: kijken, de vormen aftasten en ontleden, de stemming peilen, vat krijgen op het licht. Maar wat hij vooral deed: hij schiep met bekende ingrediënten een nieuwe wereld op het platte vlak. Hij blies weer leven in dat wat anders gedoemd is tot een beeld te verstijven of onaanzienlijk te blijven. Of het nou ging om de Montagne Sainte Victoire of om een schaal appels. 

Zo doet de kunstenaar: ons iets laten zien wat we nooit eerder op die manier zagen.

Zo schildert Sigrid Tanghe de stenen.

Het was in september 2018 dat ze een nieuw motief vond dat haar blik veranderde. Plaats van handeling: een gastatelier in de Quercy, een boerenstreek die deel uitmaakt van wat de Fransen La France profonde noemen. Het gehucht bestaat uit niet meer dan wat verspreide huizen, vooral oude mensen en hun vee en verder leegte, stilte. 

Daar is het oude boerenland nog waar de tijd diepe groeven in gekerfd heeft, waar de toekomst in de dag van gisteren is blijven haken en de geschiedenis in grove stenen voortleeft. Dat zijn de stenen waar de lage huizen uit opgetrokken zijn, net zo goed als de stenen die geduldig gestapeld zijn tot linten van lage muurtjes die het kostbare vee bijeen moesten houden en het bezit zichtbaar begrensden. En ook al hebben ze hun oude functie verloren, ze tekenen nog altijd het landschap, als lijnen uit de hand van de kunstenaar. Sigrid Tanghe zette zich voor zo’n lage muur van verweerde en bemoste stenen, met papier, penselen en waterverf. Ze keek geduldig, wachtte, zocht de vormen, probeerde het koppige karakter van zo’n muurtje te vangen, de rondingen, de kieren, de grillige vlakken en de scherpe randen. Zoveel meer dan je op het eerste gezicht zou denken bij zo’n anonieme steen. 

Zo begon het gevecht, want stenen zijn ongenaakbaar en laten zich niet zo makkelijk veroveren. Het begon met kijken en wachten, met waarnemen van een werkelijkheid die zich op dat moment en op die plek aanbiedt.

Blad na blad tekende en worstelde ze om de weerbarstigheid van die oude stenen in de vingers te krijgen. Eerst met de bedoeling om wat ze zag te kopiëren, en vervolgens om langzaam maar zeker dieper door te dringen in de koppige eigenheid ervan. Het beeld begon te verenkelen. De muur maakte plaats voor een enkele steen die losgetekend werd van zijn familie en uitgroeide tot een autonoom beeld. 

Een eerste abstractie.

Dan werd de steen een configuratie van vlakken, blad na blad, in een diversiteit van grijzen en zwarten, veroverd op het papier. Het wit daarvan is als licht dat de steen lijkt aan te raken. Het maakt dat de stenen gaan schijnen, alsof ze zelf licht worden dat van binnenuit wordt aangestoken. Wat eenmaal door het licht wordt aangeraakt, bestaat.

Het licht doet nog meer. Het geeft het gevoel dat de geologische zwaarte verdampt en als vanzelfsprekend plaats maakt voor een lichtheid die de stenen soepel en zacht maakt. Dat brengt beweging in het beeld. En die lichtheid lijkt ook de tijd vloeibaar te maken. Want wat voor eeuwig een barse, onveranderlijke steen leek te blijven, ondergaat een metamorfose. Er wordt nieuw leven in de steen geblazen. De zwaartekracht lijkt opgeheven, de stenen lijken te gaan zweven door een oneindige ruimte die enkel door het papier bijeengehouden wordt. En zo wordt de steen steeds minder steen.

De steen wordt een beeld. Een beeld van penseelstreken die vorm worden, een beeld dat volume en massa krijgt. Wat met een penseel en waterverf getekend wordt, krijgt zo ook sculpturale kwaliteit. Vorm, massa, volume en ruimte zijn eigenschappen van de sculptuur. Bij Sigrid Tanghe karakteriseren ze ook het werk op papier. Haar tekeningen verzoenen het ogenschijnlijk tegenstrijdige. Een ijle tekening die tegelijkertijd het robuuste heeft van een granieten beeld. Een tekening die zowel licht en gewichtloos is en tegelijk ook zwaar en donker voelt zoals stenen. Een tekening die vanuit haar aard plat is maar die tegelijk dat ongrijpbare gevoel van ruimte oproept. En ofschoon de steen ook en vooral een fysiek object blijft, wordt die gaandeweg steeds meer geladen met de kracht van een idee.

Dat is de grootse verandering die in de zomer van 2018 in gang is gezet. De steen is iemand geworden, de steen heeft een identiteit gekregen die meer is dan de som van fysieke kwaliteiten. Wat in de oertijd gestold is, heeft in het werk op papier van Sigrid Tanghe zijn stenigheid verloren. Wat altijd letterlijk steen is geweest, is in beweging gekomen, is bijna fluïde geworden, zacht en aanraakbaar, en heeft de tijd achter zich gelaten. In een taai gevecht heeft ze – in haar eigen woorden – bezieling uit de stenen gemolken. Haar stenen zijn personages geworden in een veranderlijk verhaal. De doodstille stenen die ze bij aankomst in de Quercy aantrof in het muurtje en die gedoemd leken achteloos en voor altijd steen te blijven, hebben een nieuw leven gekregen. Bijna menselijk, vertrouwd, benaderbaar, intiem. Ze zijn iemand geworden.

Zo werkt de transformatie die de kunstenaar teweegbrengt. Uit het bekende van de wereld om ons heen, schept ze het nieuwe of onthult ze wat altijd verborgen was. Hoe dan ook, Sigrid Tanghe laat in haar tekeningen van stenen iets zien wat we kennen en niet kennen, maar wat we toch nog nooit eerder zo gezien hebben: een steen die voor onze ogen opnieuw steen wordt, een wezen met karakter. 

Zo schilderde Cézanne zijn appels. Zitten, kijken, wachten, aftasten, zoeken, denken. Zo kreeg hij nieuw leven in die alledaagse appels. Weliswaar geplukt en ten dode opgeschreven, maar met een nieuwe toekomst voor zich. Blozend, gloeiend en ieder op zijn eigen wijze. 

Met de stenen van Sigrid Tanghe is het in essentie niet anders. 

Frits de Coninck

Publicist en kunstcriticus _ oktober 2019

_________________________________________________________________________________

Painting life into rocks

Painting… Cézanne sat down and took his time for his art, every single day and ideally around the same time of day. Doing so gave him access to the world he was observing, consistently in the same conditions. He was doing what every artist does who takes the world that surrounds us as his starting point: watching, exploring and dissecting shapes, getting a feel for the mood and getting a handle on the light. But more than anything else, what he was doing was creating a new world on a flat, two-dimensional stretch of canvas with familiar ingredients. He was breathing new life into what was otherwise doomed to rigidify into an image or to remain unseen. Regardless of whether he was painting Montagne Sainte Victoire or a bowl of apples. 

So does the artist: showing us things in a way we had not looked at them before.

So Sigrid Tanghe paints rocks.

In September 2018, Sigrid chanced upon a new motif that altered the focus of her gaze. The location: a guest workshop in Quercy, a farming region in what the French refer to as La France profonde. The hamlet consists of little more than a few scattered homes, inhabited largely by a few elderly folk and their cattle.  Other than that, there is only silence and desolation. 

These are ancient farmlands where time has carved deep grooves, where the future got stuck in bygone days and history lives on in rough rocks. 

The very rocks from which the low dwellings were made, same as the rocks that were patiently stacked into ribbons of low walls intended to hold precious cattle and to visibly border the plots of land. And even though they have lost their time-honoured purpose, they continue to define the landscape, like lines from the artist’s hand. Sigrid Tanghe sat down in front of one of these old dry stone walls made up of weather-beaten and moss-covered rocks, paper, brushes and watercolour paint to hand. She watched patiently, waiting, seeking out the shapes, endeavouring to capture the stubborn and unflinching character of this low dry stone wall, its curves, clefts and cracks, ragged surfaces and jagged edges. So much more than meets the eye at first glance when beholding an otherwise unremarkable chunk of rock. 

And so battle commenced. After all, rocks are unyielding and not easily subdued. Things started out by watching and waiting, by observing a reality in the way it presents itself right there, right now.

Drawing sheet upon sheet, struggling and wrestling to overcome the unruliness of these ancient rocks. At first, with the idea of copying what was before her, then with the intention of slowly but gradually penetrating deeper inside its obstinate unicity. The image was starting to singularise. The wall was making way for a single rock that was drawn away from its family and waxed to become a standalone image. 

A first abstraction.

Then, the rock went on to become a configuration of planes, sheet upon sheet, in a variegation of grey and black tones, conquered from the paper. The white of the paper is as light that seems to touch the rock. Making the rocks luminous, as though they themselves become light that is lit from the inside. Once kissed by light, rock – like any lifeless object – starts to exist.

Light does even more. It imparts the sense that geological heaviness evaporates and, as though it is what nature intended all along, makes room for a lightness that renders the rocks soft and supple. Which enlivens the image, infusing it with motion. This lightness also seems to liquefy time. What was meant to remain a grim, immutable rock for all eternity, is seen to undergo a metamorphosis. As though new life has been breathed into it. As though gravity has been suspended, the rocks appear to be floating across an infinite space that is held together only by paper. And ultimately making the rock increasingly less rock.

The rock becomes an image. An image of brush strokes that become shape, an image that takes on mass and volume. Thereby imbuing what is drawn by brush and watercolour paint with sculptural quality. Shape, mass, volume and space are the properties of any sculpture. 

In Sigrid Tanghe’s work, they also typify her work on paper. Her drawings meld the ostensibly contradictory. An ethereal drawing which simultaneously exudes the robustness of a granite image. A drawing that is both light and weightless whilst by the same token feeling as dark and heavy as rock. A drawing which, by its very nature, is flat and even but also conjures up that intangible sense of space. And even though the rock first and foremost is and remains a physical object, it gradually becomes increasingly suffused with the power of an idea.

This was the biggest change that was set in motion in the summer of 2018. The rock turned into somebody, taking on an identity that is greater than the sum of physical qualities. What solidified in primeval times has lost its rockiness in Sigrid Tanghe’s work on paper. What was always literally rock started to take on motion, becoming almost fluid, smooth, soft and touchable, leaving time behind. In a tough battle, she coaxed the passion out the rocks, as she puts it herself. Her rocks have become characters in a changeable narrative. The dead quiet rocks she found when she arrived in Quercy in the dry stone wall, seemingly doomed to indifference and forever destined to remain rock, have taken on a new lease of life. Almost human, familiar, approachable, intimate. They have grown into somebody.

This is how the transformation brought about by the artist works. From the familiar things in the world around us, Sigrid creates new things or reveals what has always remained hidden. In her rock drawings, Sigrid Tanghe shows us something we know and do not know, but it is also something we have never before seen in the way it is shown to us now: a rock which turns back into rock before our eyes, a being with spirit. 

This is how Cézanne painted his apples. Sitting, watching, waiting, exploring,

searching, and ruminating. That is how he instilled new life into those humble

apples. Plucked and perishing yes, but with a new future ahead. Blushing, glowing and

each in their own way. In essence, things are no different with Sigrid Tanghe’ rocks. 

Frits de Coninck

Publicist and art critic